Fysieke technieken
De fysieke technieken die getraind worden, komen over het algemeen uit de vechtsporten, maar ook uit energetische trainingen (of lichaamswerk). De gebruikte technieken voldoen aan een aantal belangrijke eisen.
Eisen fysieke technieken zijn: |
Gemakkelijk uitvoerbaar |
Eenvoudig aan te leren |
Techniek moet bij cursisten passen; ze moeten zich er krachtiger door voelen |
Techniek moet geschikt zijn om het vooraf bepaalde lesdoel te bereiken |
In geen geval worden de fysieke technieken aangeleerd als trucjes. Ze vormen altijd één geheel met de cursus en de rest van de gebruikte werkvormen. Een volmaakte uitvoering is bij het oefenen van de fysieke technieken niet het belangrijkste doel. Bij de beoefening van een vechtsport is dat wel het geval. In weerbaarheid wordt door het trainen van fysieke technieken een grotere eigenwaarde bereikt.
Cursisten moeten een techniek of een bevrijding ‘voldoende’ beheersen. Voldoende betekent in dit geval dat zij zich er zeker over voelen en de techniek/bevrijding in geval van nood kunnen gebruiken – wat overigens niet perfect hoeft te zijn. Belangrijker is dat een slachtoffer iets doet dan dat wat hij doet een perfect uitgevoerde techniek is (Kleck & Tark, 2004). Dit betekent dat het doel van fysieke technieken in weerbaarheid vooral is: de cursisten voldoende vertrouwen geven om zich in geval van nood te verzetten. Dit in tegenstelling tot het doel binnen de vecht- en verdedigingssporten waar de sporter zich bekwaamt in het goed uitvoeren van de techniek. In de lespraktijk van de weerbaarheid betekent dit dat de trainer primair probeert te bereiken dat de cursist zijn eigen kracht ervaart bij het uitvoeren van de techniek en dat een goede uitvoering ervan op de tweede plaats komt.
Dit heeft tot gevolg dat er in weerbaarheid met betrekking tot de uitvoering en de benaming van de verschillende technieken ten opzichte van de sport in een aantal verschillen zijn. Zo wordt de ‘gevechtshouding’ (voeten op schouderbreedte waarvan er één voor en één achter staat, knieën iets gebogen en een rechte rug) in weerbaarheid ‘verdedigingshouding’ genoemd. Een ander voorbeeld is dat de rechte stoot, bekend uit vrijwel iedere vecht- en verdedigingssport, in de weerbaarheidstrainingen vervangen is door een hamervuist omdat die gemakkelijker aan te leren is.
Overigens zijn er doelgroepen waarbij fysieke technieken in het geheel niet aan bod komen, bijvoorbeeld bij kinderen en pubers met een gebrekkige agressieregulatie lichten we dit nader toe).
Verbale technieken
Confrontatietechnieken vormen de verbale technieken die in een cursus aan de orde komen. Het zijn een aantal uitgangspunten of regels die toegepast kunnen worden om op een heldere en niet agressieve manier duidelijk te maken wat de ander moet doen of laten.
Mentale technieken
Mentale technieken omvatten niet alleen werkvormen die met houding en uitstraling te maken hebben, maar ook de werkvormen rondom de vergroting van eigenwaarde. Ook deze zijn niet los te zien van de andere werkvormen. In bijvoorbeeld de stemmingenloop ervaren de deelnemers aan de cursus dat een fysieke houding (rechtop lopen met buikademhaling) van invloed is op hoe je je voelt en hoe je overkomt op anderen.
Informatieoverdracht
In de lessen wordt er ook feitelijke informatie overgedragen. Afhankelijk van de doelgroep vertelt de trainer bijvoorbeeld over aangifte doen, de strafbaarheid van het dragen en gebruiken van wapens, welke groepen het vaakst slachtoffer worden van bepaalde soorten misdrijven, hoe je een sociaal veilige weg herkent enzovoort. Soms gebeurt dit doordat de trainer iets vertelt of een dvd afspeelt, maar er zijn ook spelletjes of quizzen die informatieoverdracht boeiender maken.
Omdat de methodiek psychofysiek van aard is, genieten actieve en interactieve werkvormen de voorkeur. Denk hierbij aan stellingenspelen of discussies.